In Nederland is iedereen wettelijk verplicht een basiszorgverzekering af te sluiten. Ondanks dat de dekking van de basisverzekering door de overheid is vastgesteld en dus overal gelijk is, kunnen de premies die zorgverzekeraars hanteren sterk van elkaar verschillen. Dit is voor een groot deel te wijten aan de afspraken die zorgverzekeraars maken met zorgaanbieders.
Sinds 2015 moeten zorgverzekeraars inzichtelijk maken hoe de premie voor de zorgverzekering is opgebouwd. Hierdoor zien verzekerden direct hoe de hoogte van de premie tot stand is gekomen. Bij veel zorgverzekeraars kunt u deze gegevens online bekijken, zoals bij VGZ of Zilveren Kruis Achmea.
Daarnaast is afgesproken dat zorgverzekeraars inzichtelijk moeten maken in hoeverre bepaalde opbrengsten zijn besteed om de premie te verlagen. Zo bleek eerder dat alle verzekeraars bij elkaar rond de 4 miljard euro aan reserves hebben. Een deel van dat geld zal worden gebruikt om de premie betaalbaar te houden.
De zorgpremie is opgebouwd uit een aantal onderdelen:
Rekenpremie
Het uitgangspunt om de premie voor de zorgverzekering te berekenen is de nominale premie. Dit bedrag wordt ieder jaar door het kabinet bekend gemaakt tijdens Prinsjesdag. Het is een vast bedrag dat voor elke verzekeraar hetzelfde is. In 2016 ligt de jaarlijkse rekenpremie 92 euro hoger dan in 2015, ruim 7 euro per maand. Echter, dit nominale bedrag is slechts een indicatie, want uiteindelijk bepalen de zorgverzekeraars zelf het bedrag voor hun basisverzekering. Zo kan een zorgverzekeraar, ondanks een stijging van de rekenpremie, bijvoorbeeld exact hetzelfde bedrag hanteren als het jaar ervoor.
Opslagpremie
Deze premie wordt door de verzekeraar bepaald. Door de opslagpremie verschilt de uiteindelijke premie per verzekeraar. De verschillende kosten die invloed hebben op de opslagpremie worden hieronder uitgelegd:
– Zorg: zorgverzekeraars krijgen een vereveningsbijdrage vanuit de overheid, gebaseerd op een schatting die de overheid doet voor het bedrag dat nodig is voor de verzekerden van een verzekeraar. Dit kan verschillen per zorgverzekeraar. Daarnaast maken zorgverzekeraars afspraken met zorgverleners (zoals ziekenhuizen) waarbij wordt geprobeerd om kwalitatief goede zorg in te kopen voor een gunstige prijs. Hierdoor kan de premie laag gehouden worden. Verder hanteren zorgverzekeraars vaak een voorkeursbeleid voor medicijnen en ziekenhuizen wat invloed heeft op de kosten en dus op de premie.
– Bedrijfsvoering: de kosten voor personeel, IT, kantoren, klantenservice, schadebehandeling, administratie, etcetera worden door de zorgverzekeraars doorberekend in de zorgpremie. Een zorgverzekeraar kan hierop besparen door bijvoorbeeld alle communicatie en declaraties online te laten verlopen.
– Reserves: zorgverzekeraars hebben een verplichte spaarpot om zorgkosten te kunnen betalen (ook in gevallen van onverwachte situaties zoals bijvoorbeeld een epidemie). De hoogte hiervan wordt bepaald door De Nederlandse Bank. Wanneer een verzekeraar geld aan de reserves toevoegt, zorgt dit voor een hogere premie. Wanneer er juist geld uit de spaarpot naar de premies kan, levert dit een lagere premie op.
Overig
Naast de rekenpremie en opslagpremie zijn er nog andere factoren die meespelen bij de uiteindelijke prijs van de zorgpremie:
– Winst: sommige verzekeraars willen winst maken. Hiervoor kunnen zij dan een bedrag reserveren in de maandelijkse premie. Er zijn ook verzekeraars die geen winst willen maken. Dit resulteert in een lagere premie.
– Beleggingen: sommige zorgverzekeraars beleggen in aandelen en leningen. De winst die hiermee wordt geboekt, kan gebruikt worden om de kosten van de premie te verlagen.
– Collectiviteit: veel zorgverzekeraars bieden bepaalde collectiviteitregelingen aan, waardoor verzekerden korting kunnen krijgen op hun zorgpremie. Deze kortingen zorgen er voor dat de gemiddelde premie (zonder korting) omhoog gaat.
– Niet-betalers: een deel van de verzekerden wil of kan niet betalen voor de zorgverzekering. Het aantal wanbetalers neemt de laatste jaren zelfs toe. Ook zijn er nog altijd mensen die niet verzekerd zijn hoewel dat wel verplicht is. Zorgverzekeraars die op deze manier inkomsten mislopen, kunnen dit doorberekenen in de premie waardoor deze stijgt.